bevlieging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevlieging (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /bə.ˈvli.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈvli.ɣɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈvli.ɣɪŋ/
Woordafbreking
- be·vlie·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevlieging | bevliegingen |
verkleinwoord | bevlieginkje | bevlieginkjes |
Zelfstandig naamwoord
bevlieging v
- Hij kreeg plotseling een bevlieging.
Vertalingen
1. een zomaar opkomende lust
Gangbaarheid
- Het woord bevlieging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevlieging' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.