bevliegen
Nederlands
Woordafbreking
- be·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevliegen |
bevloog |
bevlogen |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
bevliegen
- overgankelijk vliegend iets bezoeken
- De bijen bevliegen de boekweit tussen negen en twaalf uur 's morgens (wintertijd).
Gangbaarheid
- Het woord bevliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bevliegen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.