beukenhout
Nederlands
![](../I/m/Buche_Holz_1.jpg)
hout afkomstig van een beuk
Woordafbreking
- beu·ken·hout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beuk en hout met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beukenhout | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
beukenhout o [1]
- hout afkomstig van een beuk
- Een oververhitte kogel uit een theaterkanon legde in 1613 Shakespeares eigen schouwburg in de as, de Globe in Londen. Dat was tijdens de historische tragedie Henry VIII. Het theater stond op de zuidoever van de Theems, aan Bankside, en ging in vlammen op. Van dit theater zijn slechts een handjevol schetsen en een enkele beschrijving bewaard. Het interieur bestond uit galerijen, het dak was open. Voor het houten podium waren staanplaatsen. Shakespeare noemde zijn theater de ‘wooden O’, de ‘houten O’, naar de ronde vorm ervan. En nu, ruim vier eeuwen later, is in het Drentse Diever, tussen de bomen, een nieuwe Globe gebouwd. Het eerste wat we zien is een rond bouwwerk, zwart geverfd. Binnen lopen twee galerijen in het rond. Het theater is opgetrokken uit blank beukenhout.[2]
- bos met beukenbomen
Synoniemen
- boekenhout, beuken
Gangbaarheid
- Het woord beukenhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.