betrouwbaarheid
Nederlands
Woordafbreking
- be·trouw·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van betrouwbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betrouwbaarheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
betrouwbaarheid v
- de mate waarin met iets of iemand kan en mag vertrouwen
- De betrouwbaarheid van informatie systemen wordt vooral bepaald door de mensen die er mee werken en de software die gebruikt is
- eerlijkheid
- De betrouwbaarheid van de wethouder was verdwenen toen bleek dat hij gelogen had over zijn verleden.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord betrouwbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.