beteuterd
Nederlands
Woordafbreking
- be·teu·terd
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onthutst’ voor het eerst aangetroffen in 1616 [1]
- Mogelijk van betoteren, "met een toeter blazen" [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | beteuterd |
verbogen | beteuterde |
Bijvoeglijk naamwoord
beteuterd
- in de war, van zijn stuk gebracht
- Hij stond beteuterd te kijken.
- teleurgesteld
- Jan keek een beetje beteuterd toen hij geen cadeautje kreeg.
Synoniemen
- [1] bedremmeld, beduusd, onthutst, verlegen
- [2] teleurgesteld, terneergeslagen, ontmoedigd
Vertalingen
2. teleurgesteld
Gangbaarheid
- Het woord beteuterd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beteuterd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.