onthutst
Nederlands
Woordafbreking
- ont·hutst
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onthutst | onthutster | (onthutstst) * |
verbogen | onthutste | onthutstere | (onthutstste) * |
partitief | onthutsts | onthutsters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onthutst
- heel erg van streek zijn na te zijn geschrokken
- De Tweede Kamerleden toonden zich onthutst over de misstanden die nog altijd schering en inslag zijn.
Vertalingen
1. heel erg van streek zijn na te zijn geschrokken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onthutsen |
onthutst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen
- Jij onthutst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onthutsen
- Hij onthutst.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van onthutsen
- Onthutst!
- voltooid deelwoord van onthutsen
Gangbaarheid
- Het woord onthutst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onthutst' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- onthutst op website: Etymologiebank.nl
- Omschreven trappen van vergelijking (algemeen) op website: http://taaladvies.net; punt 3.; geraadpleegd 2017-05-21
- Haeseryn, W. e.a. "6·4·3·1·ii Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website E-ANS: ans.ruhosting.nl; punt 4.; geraadpleegd 2017-05-21
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.