beterschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beterschap -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

beterschap v

  1. een verbeterde toestand na ziekte
    • Ik wens je beterschap na de operatie. 
  1. beterschap beloven: zeggen dat je het in de toekomst beter gaat doen
    • De dief beloofde met tranen in de ogen beterschap, maar de rechter geloofde hem niet wat dit was de tiende keer dat deze boef veroordeeld werd. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beterschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.