bestekzoeker
Nederlands
Woordafbreking
- be·stek·zoe·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bestek en zoeker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestekzoeker | bestekzoekers |
verkleinwoord | bestekzoekertje | bestekzoekertjes |
Zelfstandig naamwoord
bestekzoeker m
- (beroep) (bouwkunde) persoon werkzaam in de houthandel die daar uit de voorraad de door de klant opgegeven wensen van hout qua dikte, breedte, lengte en aantal bij elkaar verzamelt.
Gangbaarheid
- Het woord 'bestekzoeker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.