bestanddeel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stand·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bestanddeel bestanddelen
verkleinwoord bestanddeeltje bestanddeeltjes

Zelfstandig naamwoord

bestanddeel o

  1. één van de componenten waaruit iets is samengesteld, opgebouwd of bereid
    • Wij verkopen ingrediënten die zijn samengesteld uit vele bestanddelen. 
    • Groete en fruit zijn belangrijke bestandelen van een gezonde voeding. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bestanddeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.