bereidwillig
Nederlands
Woordafbreking
- be·reid·wil·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bereidwillig | bereidwilliger | bereidwilligst |
verbogen | bereidwillige | bereidwilligere | bereidwilligste |
partitief | bereidwilligs | bereidwilligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bereidwillig [1]
- Het festival was mede mogelijk dankzij de bereidwillige medewerking van de gemeente.
Vertalingen
1. tot hulp en dienst bereid zijn of daarvan blijk geven
Gangbaarheid
- Het woord bereidwillig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bereidwillig' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.