beramen
Nederlands
Woordafbreking
- be·ra·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beramen |
beraamde |
beraamd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beramen [2]
- overgankelijk iets bedenken wat men wil uitvoeren (vaak negatief)
- Zij beraamden een wraakzuchtig plan.
- Een misdaad beraam je, maar een reddingsactie bedenk je.
- overgankelijk begroten, berekenen
- Ik moest voor het bedrijf de kosten beramen.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iets bedenken
Gangbaarheid
- Het woord beramen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beramen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.