ramen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ramen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈramə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈramə(n)/
Woordafbreking
  • ra·men
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schatten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1384 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ramen
raamde
geraamd
zwak -d volledig

Werkwoord

ramen

  1. overgankelijk inschatten, vaak middels berekening
    • Dat wordt geraamd op drie miljoen euro. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

ramen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord raam

Gangbaarheid

  • Het woord ramen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.