beiaard
Beiaard in de lantaarn van de Lebuïnuskerk, Deventer
![](../I/m/Bellcontrols.jpg)
Manuaal van een beiaard
Nederlands
![]() |
Woordafbreking
- bei·aard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beiaard | beiaards beiaarden |
verkleinwoord | beiaardje | beiaardjes |
Zelfstandig naamwoord
beiaard m
- (muziekinstrument) een in kerktoren, of vrijstaande klokkentoren (campanile), opgesteld muziekinstrument, dat bestaat uit een reeks van klokken en wordt bespeeld via een speciaal manuaal door een beiaardier, of ook wel door een mechaniek wordt aangestuurd
- De sfeer van de stad wordt mede bepaald door de klanken van draaiorgel en beiaard.
Gelijkklinkende woorden
- Beiaard, het ros van de vier Heemskinderen
Hyponiemen
- benenbeiaard
Afgeleide begrippen
- beiaardconcert, beiaarden, beiaardier, beiaardschool
Vertalingen
1. muziekinstrument met klokken
Gangbaarheid
- Het woord beiaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beiaard' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.