begunstiger
Nederlands
Woordafbreking
- be·gun·sti·ger
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling begunstigen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begunstiger | begunstigers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
begunstiger m [1]
- iemand die iets of iemand ondersteunt o.a. door die persoon of organisatie geld te geven
- De huidige eigenaar is de Noorse zakenman Petter Olsen. Zijn vader was een vriend, buurman en begunstiger van Munch. Olsen heeft aangekondigd dat hij de opbrengst wil investeren in een museum, kunstcentrum en hotel in Hvitsten, ooit de kleinste zelfstandige gemeente van Noorwegen. Munch maakte er enkele van zijn bekendste werken. [2]
- Tijdens de dag werden naar schatting meer dan 700 nieuwe donateurs geworven. Mede door een initiatief van ondernemers kwamen er alleen al in Texel 150 begunstigers bij. [3]
- Macha's wil bij voorkeur zelf een seksboot exploiteren. De coöperatie zegt enkele begunstigers te hebben die willen betalen voor het bouwen van een nieuwe boot. [4]
Gangbaarheid
- Het woord begunstiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'begunstiger' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 21-02-12 De Schreeuw van Munch wordt geveild
- De Telegraaf 27 apr. 2013 Open dag KNRM trekt 25.000 bezoekers
- De Telegraaf 15 aug. 2013 Coöperatie Utrechtse prostituees een feit
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.