basilicum

Een basilicumplantje.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·si·li·cum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bazielkruid’ voor het eerst aangetroffen in 1250 [1]
  • Uit het Latijn basilicum (met het achtervoegsel -icum) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord basilicum -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

basilicum o

  1. (plantkunde) (kruid) Ocimum basilicum , een keukenkruid
  2. eetbare bladeren van deze gecultiveerde plant
  3. zalf van deze plant gemaakt
Synoniemen
  • bazielkruid, koningskruid
Afgeleide begrippen
  • basilicumblaadje, basilicumplant
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basilicum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.