basalt

Natuurlijke basaltzuilen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basalt    (hulp, bestand)
  • IPA: /ba'zɑlt/
Woordafbreking
  • ba·salt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hard gesteente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord basalt -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

basalt o

  1. (geologie) een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava of magma
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.