basalt
Nederlands
Woordafbreking
- ba·salt
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hard gesteente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1778 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basalt | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
basalt o
- (geologie) een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava of magma
Vertalingen
1. een mafisch vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava of magma
|
|
Gangbaarheid
- Het woord basalt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'basalt' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.