baars

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • baars
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord baars baarzen
verkleinwoord baarsje baarsjes

Zelfstandig naamwoord

baars m [4] [5]

  1. (vissen) Perca fluviatilis , roofvis die voorkomt in zoet water
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • baarsachtig, baarsvisje
Vertalingen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen baarsbaarserbaarst
verbogen baarsebaarserebaarste
partitief baarsbaarsers-

Bijvoeglijk naamwoord

baars [6]

  1. onervaren

Gangbaarheid

  • Het woord baars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  • baars

Bijvoeglijk naamwoord

baars

  1. partitief van de stellende trap van baar
    • Dat is iets baars... 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.