autorijden
Nederlands
Woordafbreking
- au·to·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto en rijden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
autorijden |
reed auto |
autogereden |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
autorijden
- inergatief, (verkeer) zich voortbewegen door een auto te besturen
- Iedereen wil autorijden, maar kan dat eigenlijk wel?
- Als je continu met je iPhone aan de gang wilt zijn is autorijden niet de handigste manier van vervoer.
Vertalingen
1. zich voortbewegen door een auto te besturen
Gangbaarheid
- Het woord autorijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'autorijden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.