autorally

Nederlands

start autorally
Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ral·ly
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autorally autorally's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

autorally m [1]

  1. (sport) autorace op de, al dan niet tijdelijk afgesloten, openbare weg
    • De organisator van een autorally twee jaar geleden in het westelijk havengebied van Amsterdam moet een boete betalen van 1000 euro. De veiligheidsmaatregelen waren achterhaald, stelt het Openbaar Ministerie (OM). Daardoor kon volgens justitie een dodelijk ongeval plaatsvinden. [2] 
    • Motorsportfans opgelet: van 29 juni tot 2 juli vindt in de Zweedse regio Småland de grootsche historische autorally van Noord-Europa plaats. [3] 
    • De zesdaagse autorally voor klassieke auto’s rijdt van Italië naar Nederland en wordt voor de 63e keer georganiseerd. Een van de deelnemers is journalist Frits Wester. Hij zette een filmpje op twitter van de massale aanhouding. [4] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • autorallysport

Gangbaarheid

  • Het woord autorally staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.