rally
Nederlands
Woordafbreking
- ral·ly
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rally | rally's |
verkleinwoord | rally'tje | rally'tjes |
Zelfstandig naamwoord
rally m [3]
- (sport) een snelheidsrace over tijdelijk afgesloten, maar normaal gesproken openbare wegen waarbij het o.a. gaat om snelheid
- reünie
- (sport) een reeks van slagen zonder punt in het tennis
- (financieel) snel oplopen van de beurskoersen
Hyponiemen
- autorally, koersrally, woestijnrally
Gangbaarheid
- Het woord rally staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rally' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.