automebiel
Nedersaksisch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automebiel | automebielen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
automebiel
- (verkeer)(techniek) automobiel, auto; een voertuig met drie of meer wielen, een motor en een carrosserie
Veluws
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automebiel | automebielen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
automebiel
- (verkeer)(techniek) automobiel, auto; een voertuig met drie of meer wielen, een motor en een carrosserie
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.