autocratie
Nederlands
Woordafbreking
- au·to·cra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbeperkte heerschappij’ voor het eerst aangetroffen in 1799 [1]
- Van het Oudgriekse αὐτοκρατία
- met het voorvoegsel auto- en met het achtervoegsel -cratie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autocratie | autocratieën |
verkleinwoord | autocratietje | autocratietjes |
Zelfstandig naamwoord
autocratie v
- (politiek) een regeringsvorm waarbij de macht wordt uitgeoefend door één man of vrouw
- Rusland is eeuwenlang een autocratie geweest.
- "Turkije is hard op weg naar een autocratie" [3]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord autocratie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.