authentiek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·then·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘oorspronkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
  • afgeleid van het Franse authentique (met het achtervoegsel -iek) [2] [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen authentiekauthentiekerauthentiekst
verbogen authentiekeauthentiekereauthentiekste
partitief authentieksauthentiekers-

Bijvoeglijk naamwoord

authentiek

  1. gelijk aan het origineel, gelijk hoe iemand echt is
    • Dit is een authentieke vaas. 
    • Hij had echte authentiek emoties. 
  1. echt en betrouwbaar
    • Ik was blij met de authentieke uitvoeringspraktijk. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord authentiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.