autarkie
Nederlands
Woordafbreking
- au·tar·kie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Grieks, in de betekenis van ‘het in eigen behoefte voorzien’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van het Griekse ἀρκεῖν met het voorvoegsel auto- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autarkie | autarkieën |
verkleinwoord |
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord autarkie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'autarkie' herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.