attractief
Nederlands
Woordafbreking
- at·trac·tief
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aantrekkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afgeleid van attractie met het achtervoegsel -ief
- afgeleid van het Franse attractif of daarvoor van het Latijnse 'attractivus'
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | attractief | attractiever | attractiefst |
verbogen | attractieve | attractievere | attractiefste |
partitief | attractiefs | attractievers | - |
Antoniemen
- onattractief
Verwante begrippen
- attractiviteit
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord attractief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'attractief' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.