assimilatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·si·mi·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gelijkmaking’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
  • Naamwoord van handeling van assimileren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord assimilatie assimilaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

assimilatie v het assimileren ofwel: [3]

  1. (taalkunde) gehele of gedeeltelijke gelijkwording van twee aangrenzende of naburige klanken
  2. (biologie) het proces van omzetting van voedingsstoffen in organisch weefsel
  3. (sociologie) het opgaan in een nieuw milieu van individuen en groepen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • assimilatieproces
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord assimilatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.