assimilatie
Nederlands
Woordafbreking
- as·si·mi·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gelijkmaking’ voor het eerst aangetroffen in 1658 [1]
- Naamwoord van handeling van assimileren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | assimilatie | assimilaties |
verkleinwoord | - | - |
Hyponiemen
- desassimilatie, koolassimilatie, koolzuurassimilatie
Afgeleide begrippen
- assimilatieproces
Gangbaarheid
- Het woord assimilatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'assimilatie' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.