arrestatie
Nederlands
Woordafbreking
- ar·res·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inhechtenisneming’ voor het eerst aangetroffen in 1445 [1]
- Afgeleid van arresteren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arrestatie | arrestaties |
verkleinwoord | arrestatietje | arrestatietjes |
Vertalingen
1. een aanhouding door de sterke arm der wet
Gangbaarheid
- Het woord arrestatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'arrestatie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.