armstoel
Nederlands
Woordafbreking
- arm·stoel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arm en stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armstoel | armstoelen |
verkleinwoord | armstoeltje | armstoeltjes |
Zelfstandig naamwoord
armstoel m
- (meubel) een stoel met een armleuning
- Ik zat in een lekkere comfortabele armstoel.
Gangbaarheid
- Het woord armstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'armstoel' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.