armstoel

armstoel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • arm·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord armstoel armstoelen
verkleinwoord armstoeltje armstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

armstoel m

  1. (meubel) een stoel met een armleuning
    • Ik zat in een lekkere comfortabele armstoel. 

Gangbaarheid

  • Het woord armstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.