appetijt
Nederlands
Woordafbreking
- ap·pe·tijt
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eetlust’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Afgeleid van het Franse woord appétit ("eetlust") [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appetijt | appetijten |
verkleinwoord | appetijtje | appetijtjes |
Vertalingen
1. eetlust
Gangbaarheid
- Het woord appetijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'appetijt' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.