appetijt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·pe·tijt
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eetlust’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • Afgeleid van het Franse woord appétit ("eetlust") [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord appetijt appetijten
verkleinwoord appetijtje appetijtjes

Zelfstandig naamwoord

appetijt m

  1. eetlust, verlangen naar eten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord appetijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.