honger
Nederlands
Woordafbreking
- hon·ger
Zelfstandig naamwoord
honger m
- behoefte aan voedsel
- Hij had honger gekregen van al dat sneeuwruimen.
- levensbedreigend tekort aan voedsel
- De honger die volgde op de misoogst was verschrikkelijk.
Spreekwoorden
- Honger is de beste saus.
- Als je grote honger hebt, smaakt alles veel lekkerder.
Hyponiemen
- broodhonger, geeuwhonger, landhonger, leeshonger, machtshonger, nieuwshonger, zandhonger
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. behoefte aan voedsel
Gangbaarheid
- Het woord honger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'honger' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.