angstvallig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • angstĀ·valĀ·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van angst en de stam van vallen met het achtervoegsel -ig [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen angstvalligangstvalligerangstvalligst
verbogen angstvalligeangstvalligereangstvalligste
partitief angstvalligsangstvalligers-

Bijvoeglijk naamwoord

angstvallig

  1. schrikachtig, bangelijk
    • Er viel een angstvallige stilte. 
  1. zorgvuldig tot in kleinigheden
    • Hij is een angstvallig persoon. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • angstvalligheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord angstvallig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.