amfibie
Nederlands
Woordafbreking
- am·fi·bie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘periodiek in het water levend dier’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amfibie | amfibieën |
verkleinwoord | amfibietje | amfibietjes |
Zelfstandig naamwoord
amfibie m
- (dierkunde) een gewerveld dier dat zijn leven als een soort visje in het water begint en bij het opgroeien van gedaante verandert en op het land komt wonen
- Een kikker is een van de meest bekende amfibieën.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord amfibie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'amfibie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.