salamander
Nederlands
Woordafbreking
- sa·la·man·der
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tweeslachtig dier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | salamander | salamanders |
verkleinwoord | salamandertje | salamandertjes |
Zelfstandig naamwoord
salamander m
- (dierkunde) een gewerveld dier dat behoort tot de amfibieën en meestal vier poten en een staart heeft
- Wij hebben salamanders in onze vijver.
Vertalingen
1. een amfibie die op een hagedis lijkt
|
|
Gangbaarheid
- Het woord salamander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'salamander' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Engels
Uitspraak
- IPA: /ˈsæləˌmændɚ/
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.