alternatief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  alternatief    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑltərnaˈtif/, /ɑltɛrnaˈtif/
Woordafbreking
  • al·ter·na·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘elkaar afwisselend’ voor het eerst aangetroffen in 1544 [1]
  • uit het Frans [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen alternatiefalternatieveralternatiefst
verbogen alternatievealternatieverealternatiefste
partitief alternatiefsalternatievers-

Bijvoeglijk naamwoord

  1. met een andere methode
    • Alternatieve geneeskunde is meestal geen geneeskunde. 
    • Er zijn, ook binnen de reguliere geneeskunde, verschillende alternatieve behandelingsmogelijkheden. 
enkelvoud meervoud
naamwoord alternatief alternatieven
verkleinwoord alternatiefje alternatiefjes

Zelfstandig naamwoord

alternatief o

  1. een andere mogelijkheid of methode
    • Heeft u daar een alternatief voor? 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord alternatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.