agente

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agen·te
enkelvoud meervoud
naamwoord agente agenten
agentes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

agente v

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van agent
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord agente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /aˈχen.te/
Woordafbreking
  • a·gen·te
enkelvoud meervoud
agente agentes

Zelfstandig naamwoord

agente m

  1. (scheikunde) agens
  2. (beroep) agent, tussenpersoon, vertegenwoordiger
Synoniemen

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

agente

  1. vocatief enkelvoud van agent
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.