afstoten
Nederlands
Woordafbreking
- af·sto·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en stoten ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstoten |
stiet af stootte af |
afgestoten |
klasse 7
zwak -t
|
volledig |
Werkwoord
afstoten [1]
- overgankelijk van de hand doen
- Het bedrijf wilde zijn productie afstoten.
- inergatief als eerste een bal stoten
- De spelers hadden getost om wie de biljart mocht afstoten.
- (medisch) herkennen als niet lichaamseigen en dan met een ontstekingsreactie uit het lichaam verwijderen
- Het lichaam stootte het donorhart af.
- niet meer met iemand willen omgaan
- Hij stootte zijn beste vrienden van zich af.
Verwante begrippen
- verdringen, verduwen, wegdringen, wegduwen, wegstoten
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
3. herkennen als niet lichaamseigen en dan met een ontstekingsreactie uit het lichaam verwijderen
Gangbaarheid
- Het woord afstoten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afstoten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.