absolutisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·so·lu·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbeperkte heerschappij’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • afgeleid van absoluut met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord absolutisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

absolutisme o

  1. (politiek) onbeperkte alleenheerschappij van de soeverein
    • Vroeger heerste er in sommige landen absolutisme. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord absolutisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.