aanzienlijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·zien·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aanzienlijkaanzienlijkeraanzienlijkst
verbogen aanzienlijkeaanzienlijkereaanzienlijkste
partitief aanzienlijksaanzienlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

aanzienlijk

  1. voornaam, groot, belangrijk, erg, niet te verwaarlozen
    • Ze was een telg uit een van de aanzienlijkste families van Venetië. 
    • Met de handel in verdovende middelen zijn aanzienlijke bedragen gemoeid. 
    • Hoewel Nederland en Duitsland veel op elkaar lijken zijn de verschillen toch ook heel aanzienlijk. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanzienlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.