aanstellen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan en stellen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstellen |
stelde aan |
aangesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aanstellen
- overgankelijk iemand ~ tot: benoemen
- Hij werd aangesteld tot bestuurder.
- wederkerend zich ~: zich overdreven gedragen, onecht doen
- Ach, stel je niet zo aan!
Vertalingen
1. benoemen
Gangbaarheid
- Het woord aanstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanstellen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.