aanstellen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanstellen    (hulp, bestand)
  • IPA: /'anˌstɛlə(n)/
Woordafbreking
  • aan·stel·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanstellen
stelde aan
aangesteld
zwak -d volledig

Werkwoord

aanstellen

  1. overgankelijk iemand ~ tot: benoemen
    • Hij werd aangesteld tot bestuurder. 
  1. wederkerend zich ~: zich overdreven gedragen, onecht doen
    • Ach, stel je niet zo aan! 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.