aanloopperiode

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·loop·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanloopperiode aanloopperioden
aanloopperiodes
verkleinwoord aanloopperiodetje aanloopperiodetjes

Zelfstandig naamwoord

aanloopperiode v

  1. periode tussen het inschakelen en voluit werken
  2. periode waarin iets nog ontwikkeld moet worden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanloopperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.