aanloopperiode
Nederlands
Woordafbreking
- aan·loop·pe·ri·o·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanloop ww en periode
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanloopperiode | aanloopperioden aanloopperiodes |
verkleinwoord | aanloopperiodetje | aanloopperiodetjes |
Zelfstandig naamwoord
aanloopperiode v
- periode tussen het inschakelen en voluit werken
- periode waarin iets nog ontwikkeld moet worden
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aanloopperiode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.