aanfluiting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·flui·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorwerp van bespotting’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • Naamwoord van handeling van aanfluiten met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aanfluiting aanfluitingen
verkleinwoord aanfluitinkje aanfluitinkjes

Zelfstandig naamwoord

aanfluiting v

  1. wat iets belachelijk of ten schande maakt
    • het voordragen van Vladimir Poetin voor de Nobelprijs voor de vrede is een goed voorbeeld van een aanfluiting 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanfluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord aanfluiting -

Zelfstandig naamwoord

aanfluiting

  1. aanfluiting
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.