aanfluiting
Nederlands
Woordafbreking
- aan·flui·ting
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voorwerp van bespotting’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
- Naamwoord van handeling van aanfluiten met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanfluiting | aanfluitingen |
verkleinwoord | aanfluitinkje | aanfluitinkjes |
Zelfstandig naamwoord
aanfluiting v
- wat iets belachelijk of ten schande maakt
- het voordragen van Vladimir Poetin voor de Nobelprijs voor de vrede is een goed voorbeeld van een aanfluiting
Vertalingen
1. wat iets belachelijk of ten schande maakt
Gangbaarheid
- Het woord aanfluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanfluiting' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.