aanblazen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·bla·zen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en blazen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanblazen |
blies aan |
aangeblazen |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
aanblazen
- overgankelijk (van een vuur of een oven) aanwakkeren, door erop te blazen of door lucht aan te voeren
- De smeltovens worden aangeblazen met hete lucht.
- overgankelijk (muziek) (van een blaasinstrument) doen klinken, door er op de juiste manier in te blazen
- Het aanblazen van een dwarsfluit is bepaald niet eenvoudig.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanblazen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanblazen' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.