avivar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·vi·var
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
avivar
avivaba
avivado
volledig

Werkwoord

avivar

  1. overgankelijk opwekken, animeren, prikkelen, verlevendigen
  2. oprakelen, aanwakkeren, opstoken, oppoken (van vuur)
  3. verhevigen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.