aanbesteding

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·be·ste·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbesteding aanbestedingen
verkleinwoord aanbestedinkje aanbestedinkjes

Zelfstandig naamwoord

aanbesteding v [1]

  1. (economie) een kans voor ondernemers om uitgekozen te worden voor het verrichten van een opdracht of levering
    • De aanbesteding van de bouw van het nieuwe gemeentehuis ging niet door. 
  1. (economie)een bedrag dat aan een nog te bereiken doel wordt besteed
    • Het gaat om een aanbesteding van meer dan € 100.000. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • onderaanbesteding
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanbesteding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord aanbesteding aanbestedings, aanbestedinge

Zelfstandig naamwoord

aanbesteding

  1. aanbesteding
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.