aagucke

Pennsylvania-Duits
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • aa·gu·cke
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Pennsylvania-Duitse werkwoord gucke met het voorvoegsel aa-
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
onbepaalde
wijs		 aagucke
verleden
tijd
voltooid
deelwoord		 aageguckt
enkelvoud meervoud
1e persoon ich guck aa mir gucke aa
2e persoon du guckscht aa dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner		 guckt aa
gucke aa
gucke aa
guckt aa
gucke aa
3e persoonerguckt aasiegucke aa
sie guckt aa
es guckt aa

Werkwoord

aagucke

  1. overgankelijk aanblikken, aankijken
Opmerkingen
  • Duits: angucken, anschauen, ansehen
  • Engels: (to) look at
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.