Pinksteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Pinksteren (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘christelijk feest’ voor het eerst aangetroffen in 1282 [1]
- Van Grieks pentèkostè (hèmera) (vijftigste (dag)), nl. de vijftigste dag na Pasen.
Woordafbreking
- Pink·ste·ren
Eigennaam
Pinksteren
- (religie) (feest) Christelijk feest waarbij herdacht wordt dat de Heilige Geest over de apostelen neerdaalt
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- wanneer Pasen en Pinksteren op één dag vallen
nooit
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. Christelijk feest
Gangbaarheid
- Het woord Pinksteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pinksteren' (met kleine letter) herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.