Engelsman
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Engelsman (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ɛ.ŋɔɫs.mɑn/, /ɛ.ŋəɫs.mɑn/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɛ.ŋəɫs.mɑn/
- (Limburg): /ɛ.ŋəls.man/
Woordafbreking
- En·gels·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Engels en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Engelsman | Engelsen |
verkleinwoord | Engelsmannetje | Engelsmannetjes |
Zelfstandig naamwoord
Engelsman m
- (demoniem) iemand die in Engeland woont
- De handelaar was een Engelsman.
Verwante begrippen
Demoniemen bij Engeland in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Engelsman • inwoonster: Engelse • bijvoeglijk: Engels |
Vertalingen
1. iemand die in Engeland woont
Gangbaarheid
- Het woord Engelsman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.