opvulsel
Nederlands
Woordafbreking
- op·vul·sel
Zelfstandig naamwoord
opvulsel o [1]
- materiaal waarmee je iets vol kan maken zonder dat dit materiaal erg waardevol of belangrijk is vaak in figuurlijke zin gebruikt
- Ik denk dat het vooral komt doordat in het deel over Wessel tamelijk veel ’opvulsel’ zit, zoals de al genoemde vergaderingen.[2]
- De bokspartijtjes in Arms zijn leuk en uitdagend, maar spelvarianten als volleybal en basketbal kunnen minder boeien. Ze voelen als opvulsel.[3]
- Sommige hespen in de Belgische supermarkten bevatten zoveel additieven en ‘opvulsel’ dat ze buiten de wettelijke definitie van gekookte ham vallen.[4]
Gangbaarheid
- Het woord opvulsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opvulsel' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Reformatorisch Dagblad Hennie Walgemoed 22-10-2008 Joke Verweerd raakt lezer met ”Pareloester”
- de Telegraaf Tjerk de Reus 10-05-2006 Review: Arms en Splatoon 2
- de Standaard 27/02/2018 om 16:59 door evdg Test-Aankoop waarschuwt voor hesp in onze supermarkt: te veel vocht, te weinig vlees
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.