bezetsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zet·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord bezetsel bezetsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bezetsel o

  1. (bouwkunde) middel om een muur glad af te werken zodat ze later beschilderd of behangen kan worden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bezetsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
57 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.