-paat

Nederlands

Huidig
bestand
5
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Achtervoegsel

-paat [2] [3]

  1. (psychologie) (medisch) lijder aan iets
  2. (medisch) iemand met gevoel voor iets en die mogelijk bij lijden kan helpen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • allopaat, magnetopaat, naturopaat, neuropaat
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord '-paat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.